Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

dinsdag 20 maart 2018

Anatomisch functionele genitaliën

Binnen twee maand word ik 35 en daar zie ik misnoegd tegenop. Niet dat de clichés van de lederen jas, sportkar en maîtresse lonken (een lederen jas heb ik al jaren, auto's zijn geen verlengstuk van mijn peniele ego en aangezien ik geen relatie heb kan ik ook geen maîtresse hebben) of dat ik me beklaag dat ik voor dit of dat niet meer tijd heb gemaakt. Nee, het is simpelweg de vaststelling dat er weinig beter zal worden de komende jaren. Ik voel het nu al. Overtollige kilo's die taaier blijven plakken. Wonden die trager genezen en vaker littekens achterlaten. Een groeiende desinteresse in feesten 's nachts. Blij zijn met mijn nieuwe stoelen voor de eettafel. Mensen die nooit echt jong zijn geweest noemen dat met een ernstig gezicht tekenen van volwassenheid.

Noem het wat je wil. Alleszins ben ik nog niet fantasie- en vreugdeloos geworden. En er zijn ook de positieve kanten die zich ontvouwen aan mijn nakende middenpositie. Ik ben blij dat ik kan zeggen dat ik veel principes tijdelijk heb durven verloochenen om er altijd bij terug te keren. Ik ben blij dat ik elke keer heb geprobeerd om me te geven in de liefde, ondanks de kwetsuren en de kneuzingen. Dat ik nog altijd het evenwicht probeer te houden tussen laf cynisme en onnozele naïviteit. Dat ik nieuwsgierig ben gebleven, dat ook. Altijd hongerig naar meer kennis en meer inzicht. Naar het schijnt stopt dat niet met ouder worden en dat is prima. Ik kan me volstrekt niet inleven in mensen die op een dag in hun zetel zitten en denken: "nee, ik weet genoeg."

Een nadeel aan dat streven is een zekere vorm van eenzaamheid. Dat is eigen aan mentale bergen beklimmen. Sommige mensen maken daar hun visitekaartje van. "Kijk naar mij en de vlag die ik hier geplant heb. Laat mij u gidsen naar hogere oorden, sterveling." Terwijl ik gewoon weer verder wil, een nieuw boek wil ontdekken, nieuwe gedachten wil aanboren. En met "nieuw" bedoel ik niet één of andere rechtse beunhaas of Johnny-come-lately "verfrissend" noemen omdat hij een macedoine heeft gemaakt van reeds heersende delusies. Tevens ook nog levend en wel: die goede oude woede. Al is die er gedoseerder op geworden, een soort fijn vermalen koffiepoeder die de tank pruttelend op gang houdt.

Een ander voordeel is dat je als dertiger serieus genomen wordt, hoewel ik al grotendeels de dingen dacht die ik nu denk toen ik nog geen 30 was. Maar dat is niet zozeer een voordeel als privilege in actie. Nu ik het toch over privileges heb, is een ander niet dat ik mooier ben geworden (heus niet) maar dat veel andere leeftijdsgenoten sneller aftakelen, hun haar verliezen, of simpelweg door de stress verschrompelen van het combineren van een job en een gezin. Ik heb geen kinderen en er hoeven er ook geen te zijn (al zou ik dat niet erg vinden). Ik kan 's avonds anderhalf uur in bad liggen met een boek en een asbak. Dat zou een aanleiding kunnen zijn om mezelf mijn levieten te lezen dat het stoppen met roken nog altijd niet gelukt is, of dat ik graag vlees eet, maar een ander deel van me zegt tegen dat eerste deel: rot toch op. Ik doe mijn best om op mijn manier de korte tijd dat ik hier ben, het leven aangenamer te maken voor anderen.

En misschien is dat altijd wel het hoofddoel geweest. Als kleine jongen entertainde ik ook al graag. Ik maakte graag mensen blij. Ik heb daar al heel m'n leven mijn schik in gehad - op school, aan de universiteit en later op diverse jobs. Net zo goed heb ik vaak 's avonds alleen gewandeld, of was ik doelbewust op drukke feestjes alleen om anoniem in de massa op te gaan, als onderdeel van een haast toevallige samenzwering. Er is elk jaar een iets selectiever willen en iets minder moeten. Of: het moeten weegt minder. Toen ik 25 was, vond ik m'n belastingbrief invullen een klus om van te balen. Nu gebeurt het tussen de afwas en de scheerbeurt. Ook hoef ik niet langer de redder te zijn des vaderlands (en nog veel vaker des partners) omdat ik ingezien heb dat ik ook door kloven en dalen ga waar niemand me uit moet komen halen. Dat ik zelf geen volmaakt persoon zal worden door iemand met alle macht uit het drijfzand te halen.

Nog enkele lessen, los uit de pols: intelligentie, schoonheid en complexiteit zijn niets zonder een rand van pels. Ik heb dappere, slimme en attente mensen gekend die emotioneel enkel uit hoeken en lijnen leken te bestaan. Of gecultiveerde mensen die emotie inruilden voor sentiment en snoeppapierspreuken. Daar komt bij dat ik me meer laat leiden door intuïtie dan vroeger. Die rotte intuïtie die het zo vaak beter weet, niet op de indigo- en ashrammanieren ergens in een listicle geschreven door een getergde jobstudent, maar wat zich in fijn vertakte mazen en voelsprieten heeft opgebouwd door ervaring en geheugen. Een spider sense, zeg maar, zonder dat ik er witte kwakken mee kan schieten of aan gebouwen hang te bengelen (mijn hoogtevrees is nog altijd even, nu ja, hoog als toen ik jong was, overigens).

Er zijn ook de wonden die blijven en nooit volledig zullen dichtgroeien. De perplexiteit waar ik mee geslagen werd die keren dat vrouwen me zeiden dat een relatie met me onmogelijk was omdat ik "te goed" ben (wat uiteraard bullshit is). En ze het 100% meenden. Of de worsteling met een verleden waarin gepest worden een te nadrukkelijke stempel heeft gezet en ik het nog altijd zo moeilijk vind om erover te praten. Of simpelweg het besef anders te zijn. Niet beter, niet slechter. Gewoon dat ik, gelukkig samen met enkele anderen, door een gang wandel terwijl een heel groot deel van de samenleving door een andere gang wandelt en we gescheiden worden door een onbreekbare muur van hard perspex. Het kan me alleen niet veel meer schelen. Ik ben al lang blij als ik met rust gelaten word. Ook dat is een #kleingelukske van bijna 35 zijn. Dat, en anatomisch functionele genitaliën.

zondag 4 maart 2018

Positiviteit, ja. Schoonheid, nee.

Elke maatschappij heeft haar culturele opvattingen over wat mooi is, plus enkele polen die uit antropologisch onderzoek tamelijk universeel blijken. Mensen houden in het algemeen van symmetrische, gave gezichten, bijvoorbeeld. Er valt eveneens niet aan te ontsnappen dat onze beeldcultuur van zowel vrouwen als mannen - maar vooral en veel zwaarder vrouwen - een soort Leitbild schept waaraan we dienen te beantwoorden. En dat dat beeld onrealistisch is, weet iedereen ergens wel. Dus ik steun campagnes en bewegingen die ijveren voor een grotere diversiteit in lichaamstypes in reclame, film, op televisie of op het internet.

Onze beeldcultuur kan enorme schade aanrichten bij mensen met een wankel zelfbeeld - anorexia, orthorexia, sporten tot al de rest van het leven moet wijken, te veel onder de zonnebank gaan, haarimplantaten, borstvergrotingen, en ga zo maar verder. In sommige gevallen zullen sommige acties een verhoogd zelfbeeld opleveren, als de persoon die ze onderneemt tevredener wordt met zichzelf. In veel andere gevallen levert het enkel meer miserie op, met als uitkomst soms wijzigingen die niet meer ongedaan kunnen gemaakt worden.

Niet iedereen wint


Toch heb ik bedenkingen bij de recente hashtag #elklijfeenschoonlijf. Ik snap de intentie: er is meer dan alleen superslanke modellenlichamen die mogen gezien worden. Maar ik ben het niet eens met de letterlijke inhoud. Die is voor mij te inhoudsloos. Een doorslagje van "everybody's a winner". Want als iedereen en winnaar is, is niemand het nog. Mensen klasseren spontaan anderen op uiterlijk, en dit levert vaak uiteenlopende resultaten op. Sommige mannen houden meer van vrouwen met brede heupen en grote borsten, andere mannen verkiezen een slank en bijna jongensachtig lichaam. Sommige vrouwen houden van mannen met baarden en diepe stemmen, andere vrouwen hebben het voor atletische, fijn gebouwde mannen. En dan heb ik enkel nog maar heteroseksuele voorkeuren aangeraakt.

Het probleem met #elklijfeenschoonlijf is dat het paradoxaal genoeg anderen zegt wat mooi of niet mooi is, terwijl dat juist de ultieme individuele smaak is. Is onze smaak vergiftigd door de ideaalbeelden die we ingelepeld hebben gekregen? Natuurlijk! Ben ik tegen bodyshaming? Eveneens, natuurlijk. Maar niemand moet me komen zeggen wat ik mooi en niet mooi mag vinden. Wat deze beweging misschien kan gebruiken, is een wijsheid uit het kink- en bdsm-milieu: "My kink is not your kink, and that's ok."

Geboorte en groei

Ik denk dat het vooral belangrijk is dat we niet direct klaarstaan met ons oordeel over iemands uiterlijk als die persoon daar niet om vraagt. Misschien kan pakweg een man er niets aan doen dat hij 1m70 is en dat sommige vrouwen hem te klein vinden, maar dat betekent nog niet dat de leukigheidspolitie moet neerdalen over die vrouwen. Want smaken in aantrekking zijn bijna even ondoorgrondelijk en wispelturig in veranderingen als het lichaamstype van een persoon. Bijvoorbeeld: vrouwen met zwart haar hebben een streepje voor bij mij, en ik kan bij God niet zeggen waarom dat zo is. Het is haast even onveranderlijk als een man die geboren is met een slank en pezig lichaam.

En daar komt nog een andere component bovenop. Sommige uiterlijkheden kunnen we niet veranderen - bijvoorbeeld sommige mannen kunnen nauwelijks een baard kweken, en sommige vrouwen hebben erg dun haar. En hoewel ik geloof dat er veel mensen zijn die geboren worden met een aanleg om pakweg erg mager of dik te zijn en dat geen van beide groepen een stigma hoeft te dragen, heb ik toch bedenkingen bij 'fat acceptance'-voorstanders die willen dat ook dikke mensen seksueel aantrekkelijk kunnen gevonden worden terwijl ze lijden aan allerlei kwalen die komen door een overmatige consumptie van fast food en suikers. Een pathologische relatie met eten vieren als sexy geeft een erg gevaarlijk signaal, net als het vieren van zo dun zijn als een grasspriet.

Nature en nurture

Het duel tussen mensen die meer geloven in nature, zij die meer geloven in nurture en de groep daar ergens tussenin (dus eigenlijk een driekamp) zal wellicht tot in de oneindigheid blijven doorgaan. Ik zit in het nogal zoutloze 'tussenin'-kamp. Enerzijds ben ik pro bewustwording over gezonder leven om een betere levenskwaliteit te bereiken, en besef ik heel goed dat bepaalde persoonlijke manco's (roker, vleeseter) op mijn eigen conto te schrijven zijn. Anderzijds mogen we het 'moeten' van een erg nauw schoonheidsideaal niet vervangen door platitudes dat iedereen mooi is, aantrekkelijk en leuk.

In een discussie zei ik het ooit zo: ik geloof dat alle appels even perfecte appels zijn in hun appel-zijn. Sommige appels zijn zoet, sommige sappig, sommige zurig, sommige melig, sommige klein, sommige groot. Ze zijn allemaal even hard een appel. Maar als ik liever een zure, kleinere appel eet en de zoetsappige links laat liggen, dan is dat eveneens ok. Ik vind niet elk lijf een schoon lijf, maar heb er geen problemen mee dat de eigenaars van die lijven opkomen voor hun recht om ook gezien te worden.