Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

zaterdag 3 december 2016

Niets zo politiek correct

Een gegeven boek kijk je niet in de kaft. Toen een vriendin me 'Kijk niet zo, konijntje' schonk van Marnix Peeters, trok ik een sceptische wenkbrauw op. Ik had weliswaar nog geen boek van Peeters gelezen, maar uit zowat alles wat ik wist over zijn oeuvre, dacht ik niet dat ik zijn boek graag ging lezen. Mijn vooroordeel over hem was dat hij een soort Brusselmans van den Aldi was die probeerde om zijn eigen kwalijke meningen weg te stoppen achter het toverwoord "ironie". Maar, beloofde ik de vriendin, ik ging het boek een eerlijke kans geven. Tenslotte verdient het dat ook.

Die 'eerlijke kans' duurde 64 pagina's voor ik het boek dichtklapte. Ik ging online op zoek naar recensies om te zien of ik alleen stond met mijn mening, en daar ziet het er precies naar uit. 'Kijk niet zo, konijntje' is een soort vervolg op 'Natte dozen', waarin Peeters de gefrustreerde, oude fascist Oscar Van Beuseghem opvoert, deze keer in briefformaat. Vele recensenten spreken over "lachsalvo's" of nemen het intussen ergerlijke woord "hilarisch" in de mond. De teneur is dat hoewel Van Beuseghem een compleet fout personage is, er toch wat af te lachen valt met zijn hyperbolische brieven. Dit is het aantal keren dat ik moest lachen: 0.

Voor wie mij niet persoonlijk kent: ik sta bekend als een al bij al vrij geestige man. Ik heb in het verleden niet onaardige satire bedreven en ik kan nog altijd lachen om klassieke Britse comedy zoals 'The Fast Show', 'The Office', 'The Green Wing' of 'Miller & Armstrong'. Ik vraag me af waarom zo veel mensen Peeters grappig vinden. Want de vorm van humor die zijn Van Beuseghem bedrijft, is gewoon een super-sized versie van de gemiddelde reaguurder op HLN.be met een iets rijkere woordenschat. Wat is er grappig aan pagina na pagina te lezen over "negers", "vette koeien" en een stortvloed van beledigingen aan het adres van al wie geen heteroseksuele witte man is?

Eén van de eerste dingen die je leert als iet of wat ingestudeerde lezer is dat je de auteur niet mag gelijkschakelen aan zijn of haar personages. Brett Easton Ellis is zelf geen psychopaat, Vladimir Nabokov was geen pedofiel en Roberto Bolaño zat niet stiekem masturberend 'Mein Kampf' te lezen. Maar deze drie schrijvers hadden iets te vertellen met hun afdalingen in de psyches van duistere personen. Bij Peeters heet het "een spiegel voorhouden", maar het enige dat ik zie in de spiegel, is dat blozende kopje van Peeters zelf, die gniffelt dat hij dat toch allemaal heeft durven opschrijven, dat hij de politiek correcte goegemeente toch maar weer een ferme neus gezet heeft. Welnu, beste Marnix Peeters: er is niets, werkelijk niets zo politiek correct als in het Westen een bak stront kieperen over minderheden en elke groep die enigszins macht bezit, compleet buiten schot laten.

Ik laat ook nog even buiten beschouwing dat het allicht Peeters was die een dik jaar geleden schuilging achter een reeks literaire tirades die voornamelijk gericht waren op het afbreken van het uiterlijk van jonge schrijfsters. Hij heeft altijd ontkend dat hij het was, maar laten we elkaar geen Liesbeth noemen. Peeters geniet de bescherming en promotie van een groepje mediamensen en ex-collega's die zichzelf vermoedelijk vrij links vinden omdat ze Ronny Mosuse een toffe vent vinden en hun vrouw niet slaan, maar die ver buiten de realiteit leven van wat het betekent om dag in dag uit te moeten opboksen tegen een sociale orde die doordrenkt is van allerlei -ismen.

'Kijk niet zo, konijntje,' is die vervelende moppentapper op café die een enorm racistische mop vertelt, zegt dat het "ironie" is en diezelfde mop in diverse variaties nog 30 keer herhaalt. Het is de foute Obama-speculaas, maar dan geproduceerd op industriële schaal. Het is de onnozelaar die "slikken, slet" brult als student op een cantus, maar dan 40 jaar later aan zijn bureau. Het is één oprisping van gal tegen het revolutionaire idee dat ook mensen die geen witte, heteroseksuele mannen zijn, misschien even zo goed personen zijn.

Valt er nog wat te redden aan het boek, eigenlijk? Is het goed geschreven? Niet echt. De stem die Van Beuseghem meekrijgt, is niet pedant genoeg om een snoeverige reactionaire intellectueel te zijn, en niet volks genoeg om aan het kaliber te kunnen van een toogfascist. Alle vergelijkingen liggen enorm voor de hand. Met taal en stijl worden geen spannende dingen gedaan. Vermoedelijk heeft Peeters zich nu en dan laten inspireren door de 'viezentist'-episode van Louis Paul Boon, maar als hij tot aan de enkels komt van Boon, mag hij al blij zijn. Plus: Boon kwam er voor uit dat hij een vies ventje was. Peeters verschuilt zich achter het vijgenblad van de ironie.

In mijn onuitgegeven roman 'Fragmentariërs' schreef ik vorig jaar dit: "Ze zeggen altijd, “die Brusselmans, je moet het hem toch nageven”. Of, “die Brusselmans, die kan ondanks alles een aardig stuk schrijven.” Dat zou geen zinnig mens mogen ontkennen, en wie zich in de jaren ’90 stoorde aan zijn vuilschrijverij, belandde precies in de lappenmand waar Dirty Old Herman ze wilde. Toch valt er wat af te dingen op zijn werk en op dat van sommige van zijn generatiegenoten, zoals [pdw] of sterjournalist Serge Simonart. Het zijn allemaal misogyne figuren die ik verantwoordelijk acht voor het terug in voege komen van een cool soort vrouwenhaat, alsof alles wat de vrouwenbeweging wenste te bereiken, vanaf 1991 bereikt was, en we rustig terug konden gaan naar vrouwen wegzetten als hysterische miekes en moekes, en dat ze voor de rest vooral mooi moesten zijn en lekker kunnen pijpen."

Maar jammer genoeg heb ik geen uitgever, en Marnix Peeters wel. Blijkbaar verstaat Peeters wel de kunst van zich in de anus wurmen van Vlaamse PDG's van de literaire beau monde die ook het seksisme van de Brusselmansen en de Simonarts plezant vinden, en ik niet. Als dat de prijs is die ik moet betalen om oprecht te blijven werken aan een beter oeuvre dat iets te zeggen heeft, dan betaal ik die graag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten